“Het was sowieso een vreemde start”, blikte Betema terug. “Of het een valse start was? Ik stond nog stil en de andere rensters waren al vertrokken. Er werd geroepen en er was wat paniek. Daarna werd ik nog even opgehouden door een valpartij en moest ik aan een inhaalrace beginnen.”
Met succes. Nog voor halfweg cross zat Betsema al terug vooraan en nam ze het commando over. De Texelse zette Brand op tien seconden, maar zag haar landgenote in het slot nog met rasse schreden naderen. “Tot de laatste ronde kon ik uitlopen, maar plots voelde ik nog de hete adem van Lucinda. Zo werd het nog best spannend. Zeker met die looppassage door het zand in het slot in het achterhoofd. Lucinda kan best wel hard rennen.”
Betsema hield stand. Een opluchting. “Bij de vrouwen zijn we sowieso aan elkaar gewaagd, maar de voorbije weken stak Lucinda er toch bovenuit. Dat ik haar nu kan kloppen is heel motiverend. Het geeft heel veel zin in de komende wedstrijden.”
Brand: ‘Zonder pech doe ik tot einde mee voor eindzege’
Lucinda Brand zag in Antwerpen haar zegereeks doorbroken, maar dankzij haar tweede plaats neemt ze wel de leidersplaats over in de Soudal Ladies Trophy en heeft ze een voorsprong van 50 seconden op Kastelijn. Zo staat Brand aan de leiding in de Soudal Ladies Trophy, de wereldbeker én de Superprestige.
“Een unieke situatie”, beseft Brand. “Zonder pech moet ik in dit klassement tot de laatste race kunnen meedoen voor de eindzege, maar als je zo’n dag kent zoals Alvarado kan je zomaar een paar minuten verliezen. Of ik een keuze zal maken tussen de klassementen? Dat is op dit moment nog niet aan de orde.”
Op haar wedstrijd blikte Brand terug met gemengde gevoelens. Na een furieuze start werd ze al snel terug tot de orde geroepen. “Ik had niet het gevoel dat ik te snel weg was, maar door een foutje op het heuveltje geraakte ik niet boven. Daarna ging ik te kort door de bocht en kon ik niet meer opspringen. Een technisch foutje waardoor Denise kon wegrijden.”
In de slotronde naderde Brand nog tot een handvol seconden op Betsema. “In de laatste ronde was het alles of niets en ging ik goed door het zand. Daardoor kon ik de kloof wat verkleinen. Jammer dat het een ronde eerder niet lukte. Gezien mijn verleden heb ik in die passages wel progressie geboekt.”
