Op de snelle omloop scheidde zich al snel een groepje met zes renners af: wereldkampioen Eli Iserbyt, Europees kampioen Quinten Hermans, Kobe Goossens, Nicolas Cleppe, Gosse Van der Meer en Adam Toupalik.
Hermans en Goossens vielen na pech vooraan weg. Een ontgoochelde Goossens stapte uit de wedstrijd, ploegmaat Hermans kroop terug op de fiets en zette de achtervolging in. Een halve minuut bedroeg de achterstand op de kopgroep, maar seconde per seconde knabbelde de Europees kampioen ze allemaal weg.
De aansluiting kwam echter te laat. Wereldkampioen Iserbyt voelde de dreiging van Hermans en spreidde in de op twee na laatste ronde zijn vleugels. In een beklijvende secondestrijd bleef de veldrijder uit Bavikhove zijn Limburgse concurrent de baas, Toupalik mocht als derde mee op het podium.
ISERBYT: ‘GOEDE ZAAK MET ZICHT OP EINDZEGE’
“Ik heb de zege vandaag niet cadeau gekregen”, pufte Eli Iserbyt na. “Ik het begin van de wedstrijd heb ik het initiatief genomen om wat seconden te sprokkelen. Toen ik voelde dat het een snelle cross ging worden, heb ik bewust even wat gas terug genomen.”
“Op drie rondes van het einde voelde ik dat Quinten (Hermans, nvdr.) aan het naderen was en heb ik opnieuw de druk wat opgevoerd. Met een kloofje van vijf seconden moest ik in de laatste ronde nog alles op alles zetten om de zege veilig te stellen.”
Dankzij zijn overwinning doet Iserbyt een goede zaak in de tussenstand van de DVV Trofee. Zijn grootste concurrent, Nicolas Cleppe, finishte op meer dan twintig seconden. Het totale verschil bedraagt al meer dan drie minuten.
“Ik heb vandaag een goede zaak gedaan”, beseft Iserbyt. “Hopelijk kan ik zo snel mogelijk de kaap van de vijf minuten ronden, dan heb ik een veilige marge en mag er al eens iets mis lopen.”
HERMANS: ‘VALPARTIJ WAS EIGEN FOUT’
Quinten Hermans werd in Essen teruggeslagen door kettingproblemen en maakte na een lange achtervolging een halve minuut goed op de kopgroep. Alleen Iserbyt zag de Europees kampioen niet meer terug.
“Mijn eigen fout”, sloeg Hermans mea culpa. “Ik schatte een afdaling verkeerd in, belandde fout op mijn voorwiel en kwam ten val. Ik heb nog even getwijfeld of het in zo’n snelle wedstrijd nog wel zin had om door te gaan, maar zette toch de achtervolging in. Of ik had kunnen winnen zonder die val? Dat durf ik niet zeggen. Als je een halve minuut kan dichtrijden, is dat wel een bewijs dat de conditie goed zit.”
