Wyman blikt terug op eerste Helen100 Trophy

wymancover
Helen Wyman blikt met veel trots terug op de Helen100 Trophy, het eerste regelmatigheidscriterium voor dames-junioren tijdens vier manches van de DVV Verzekeringen Trofee. "Het is belangrijk voor die jonge meisjes om uit te kunnen kijken naar een doel. Toen ik begon met veldrijden, was er niets."

In 1998 werd in Loenhout de allereerste internationale veldrit voor dames georganiseerd, gewonnen door Daphny Van den Brand. Twintig jaar later pakte de Azencross uit met een nieuwe primeur: de eerste internationale cross voor dames-junioren. Een succes. In het noorden van Antwerpen namen 44 meisjes uit 9 verschillende landen de start. Dit jaar kreeg de DVV Verzekeringen Trofee niet één, maar vier dames-juniorenwedstrijden. De Helen100 Trophy, genoemd naar bezieler Helen Wyman.

“De eerste wedstrijd was zo’n succes dat ik vond dat we moesten blijven investeren in dames-junioren. Toen was het een last-minute regeling, maar in 2019-2020 konden we uitpakken met vier races én een eindklassement. Dit jaar wordt er ook voor het eerst een dames-juniorenwereldkampioenschap georganiseerd. Maar als je niet geselecteerd wordt voor de kampioenschappen door je nationale federatie, kan je je onmogelijk meten met de internationale veldritwereld. Daar is de Helen100 Trophy dus zeer goed voor. In Loenhout stonden 61 meisjes aan de start, da’s geweldig.”

Wyman heeft zeker niet enkel haar naam en faam verleend aan de Trophy. Ze is enthousiaster dan wie dan ook. Filmpjes maken, elk meisje aanmoedigen en met een smile van oor tot oor het podium op: het is een genot om haar gepassioneerd bezig te zien. Zelfs toen in Brussel een Amerikaans meisje viel in de aankomstzone, stond ze er samen met enkele mensen van het Rode Kruis als eerste bij en babbelde ze met de bezorgde verzorgers. “Toen ik begon met koersen, was er niets. Vorig jaar racete ik op de Koppenberg. Ik zag er een zestienjarig meisje het tegen mij opnemen. Dat is gewoon niet eerlijk. In de top van het vrouwenveldrijden is het intussen zeer professioneel, maar je moet je steeds blijven afvragen hoe het beter kan. Je moet de junioren in de sport houden.”

“Kijk naar Ceylin del Carmen Alvarado. Amper 21 jaar en wereldtop. Maar ook zij kende nog geen dames-juniorenwedstrijd. Het eerste beloften-WK dat ze kon rijden was amper in 2016, waar ik van mag zeggen dat ik één van de gangmakers voor was. Het is zo belangrijk voor de nog jongere meisjes om ook hun kans te krijgen. Die meiden moeten ergens naartoe kunnen kijken kijken, een doel hebben. Een zestienjarig meisje die pakweg in Namen tegen profs moet rijden? Die stopt met veldrijden. Dat moet je vermijden.” Een mooi voorbeeld van hoe de dames-junioren snel een toptalent kunnen naar voren brengen bij de elite, is Kata Blanka Vas. De Hongaarse kampioene is pas 18 en werd toen in Loenhout derde in die allereerste internationale veldrit voor dames-junioren. Dit seizoen werd ze in diezelfde Azencross veertiende… bij de profs. Op 1 januari pakte ze zelfs de zevende plaats tijdens de GP Sven Nys.

Nederland lijkt de ene na het andere toptalent af te leveren in het damesveldrijden. Onze noorderburen zijn mede zo dominant omdat ze al langer investeren in de jeugd door trainingen en ontwikkelingsdagen aan te bieden in verschillende plaatsen van het land. “Zij hebben al een tijdje dames-juniorenwedstrijden, apart van de jongens. Die krijgen ook veertig, vijftig rensters aan de start. Volgend seizoen zal er in mijn thuisland Verenigd Koninkrijk ook een dames-juniorencategorie zijn voor de National Series.” 

Een ideale werking van de nationale federaties rond die categorie zal volgens Wyman nog even op zich laten wachten. “De bonden weten intussen wel hoe ze met de heren-junioren moeten werken. Maar dames-junioren zijn anders. Meisjes op die leeftijd warm maken voor veldrijden is een bijzonder moeilijke opdracht. Het zal tijd en moeite kosten. In de zomer gaan we over de hele wereld enkele clinics organiseren voor meisjes die interesse hebben in veldrijden. Hopelijk kunnen we ook enkele elite-dames overhalen om mee te werken. Bovendien steunen we enkele Canadese en Amerikaanse rensters om naar het WK in Dübendorf te komen, want zij moeten anders zelf die oversteek betalen. Er lopen dus nog andere projecten. We willen een community creëren waar meisjes zich veilig, gelukkig en gemotiveerd voelen om deze sport te kunnen beoefenen. En hopelijk nemen de profteams ze later op als ze goed zijn (lacht).”

Deel dit bericht